Geschiedenis

Het Straofeest

door Henk Blom

Over de oorsprong van het Straofeest bestaan veel theorieën, maar zoals dat altijd gaat met theorieën, niemand weet het zeker. In 1971 staat in “De Volksvermaken”: “Volgens sommigen dient het strand-rijden om de werkpaarden, die lang de stal niet hadden kunnen verlaten, een fris bad en wat beweging te geven. Volgens anderen om de paarden te bevrijden van de betovering, die hen op stal getroffen had. Een zeebad rond vastenavond zou hen genezen en bescherming bieden tegen weerwolven, nachtmerries en meer van dat canaille. Nog anderen vinden het een overblijfsel van een eredienst aan een plaatselijke god.” Ja, nu weten we nog niets! En wie heeft (hebben) het feest ingevoerd?

Er is wel een verband gelegd met voorchristelijke tijden. Er zou toen elk voorjaar een lenteprocessie zijn gehouden voor de Germaanse godin Nerthus. Het zou dus een reinigings- en vruchtbaarheidsritus zijn bij de Germanen. Meerkamp stelt in 1949 dat het woord stra afkomstig is van het Latijnse woord lustratio, wat reiniging betekent. De Romeinen zouden dus het strafeest hebben ingevoerd. Maar Dr.A.de Vin in Zierikzee bestrijdt dat. Het woord Strao komt van strange, strand en het feest kan hoogstens 300 jaar oud zijn, zegt hij.

En dus zou het dan zijn ingevoerd door de plaatselijke bevolking.

Schoolmeester J.A.Hubregtse in Burgh schrijft in 1937 in “Eigen Volk” dat het feest teruggaat tot de Germanen. Hij gelooft niet in “het zwellen der pooten en het jeuken boven de hoeven (de “krappe” noemt hij dat), want in zijn tijd wordt er niet meer naar het strand gereden. Blijkbaar is de krappe dus niet zo erg meer en dat zou toch vreemd zijn. Hij vindt Stra een heidens lente-voorfeest, dat door de christelijke kerk in tegenstelling tot het kerstfeest, niet is overgenomen en gekerstend. Toch is het blijven bestaan. In het Zeeuws Tijdschrift stelt Montigny, dat Strao teruggaat tot de Kelten. Hoewel hij met slechte argumenten komt, wint deze lezing bij de Zeeuwen het pleit. Ja, het is natuurlijk ook het leukst om te denken, dat het feest zo ver teruggaat.

Huib Uyl, onze huidige gemeente- archivaris in Zierikzee, is gaan zoeken in de kerkenraadsnotulen, want de kerkenraden hebben het doen en laten van de lidmaten vroeger goed in de gaten gehouden. Het is Elkerzee waar hij iets vindt. In de notulen van 29 juli 1643 treft hij de oudste aanwijzing. Ds.Johannes Stamperius meldt, dat op de zondag voor vastenavond “vele peerden comen waerdoor den sabbath ten hoochsten ontheyligt wordt.” Dit lijkt toch te duiden op een Straofeest, dat kennelijk toen nog op zondag werd gehouden.

En op 21 maart 1723 wordt besloten: “…de herbergiers, die hunne huizen noch verleenen tot dansen en speelen op stradagen en anders, in de huisbezoekingen voorbij te gaan, zoo lange zij in deze ijdelheden noch voortvaren.” Willem Teellinck en Godefridus Udemans, allebei in de 17e eeuw begonnen als predikanten van Haamstede en Burgh, melden in hun geschriften wel de vastenavondspelen, maar niet het Straorijden. Er is één kleine aanwijzing: Op de Classisvergadering van 25 juli 1612 werd door Teellinck gesproken over een lidmaat, die op zondag de godsdienstoefeningen verzuimde “met bancquetten off spelenrijden”. Was dat een Straoriejer? Dan zou het feest in ieder geval al zo’n vierhonderd jaar bestaan. Het Straofeest is later verplaatst naar de maandag acht weken voor Pasen. Ik heb dat zelf vanaf 1955 meegemaakt. De schoolkinderen hadden een vrije dag, “de muziek” natuurlijk niet. Maar toen de mensen meer gingen verdienen, werd het te kostbaar voor hen om de maandag te verletten. De Strao te Renesse werd daarom in de zestiger jaren verplaatst naar de zaterdag acht weken voor Pasen. Het feest zal nog heel lang gevierd worden. En alleen in de Westhoek van Schouwen!

“Strao een Schouws dorpsfeest”

Het boekje Strao een Schouws dorpsfeest is in 2007 geschreven door Jan Kuipers, Huib Uil en M.K. Buth. Deze tekst was eerder gepubliceerd in 1993 in de Kroniek van het land van de zeemeermin, het Jaarboek van Stad en Lande. Het artikel is online in te zien op de: Tijdschriftenbankzeeland.
Foto uit Kroniek van het land van de zeemeermin, het jaarboek van Stad en Land 1993.